Betekenis van:
verlaten
verlaten
Werkwoord
- (van personen) niet meer blijven bij
"Zij heeft mij verlaten."
Hyperoniemen
Hyponiemen
verlaten
Werkwoord
- uit, van de genoemde plaats weggaan
"vrouw en kinderen verlaten"
"wilt u nu alstublieft de kamer verlaten?"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
verlaten
Werkwoord
- weggaan (van)
verlaten
Werkwoord
- in de steek laten, laten vallen
verlaten
Werkwoord
- onverzorgd achterlaten
verlaten
Werkwoord
- overgieten
verlaten
Werkwoord
- zich laten gaan
verlaten
Werkwoord
- opgeven (van betrekking)
verlaten
Werkwoord
- iets uitstellen
verlaten
Bijvoeglijk naamwoord
- te laat komen
"Hij heeft zich verlaat en zal de afspraak missen"
Hyperoniemen
verlaten
Bijvoeglijk naamwoord
- verlaten; afgelegen of verlaten
Synoniemen
Hyperoniemen
verlaten
Bijvoeglijk naamwoord
- afgezonderd; eenzaam; alleen; eenzaam
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Ik moet je verlaten.
- Ik zal u nooit verlaten.
- Hij heeft Afrika voorgoed verlaten.
- Wij verlaten zeker en vast dit land.
- Ik aarzelde om zijn graf te verlaten.
- Hij lijkt het land verlaten te hebben.
- De stad was verlaten door haar inwoners.
- De stad was verlaten door z'n inwoners.
- Je zal deze kamer niet verlaten zonder mijn toelating.
- Ze heeft het ziekenhuis een uur geleden verlaten.
- Tom beloofde Mary dat hij haar nooit zou verlaten.
- Er stond een verlaten auto naast de rivier.
- Hij beval mij de kamer onmiddelijk te verlaten.
- Ik zou graag dit dorp verlaten en nooit meer terugkeren.
- Wil je me beloven dat je me nooit zal verlaten?