Betekenis van:
verlengen

verlengen
Werkwoord
  • langer maken
"Als je wil dat die broek je nog past, zul je haar moeten verlengen."
verlengen
Werkwoord
  • langer maken
"je contract/paspoort verlengen"
"de aanloop met een meter verlengen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

verlengen
Werkwoord
  • langer laten duren
"De onderhandelingen werden met twee weken verlengd."
verlengen
Werkwoord
  • langer doen duren

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. De stad wil de weg verlengen.
  2. De president kan deze termijn verlengen.”.
  3. De president kan deze termijn verlengen.
  4. de termijn voor de tenuitvoerlegging van de afstotingen verlengen:
  5. Deze lijst verlengen als er meer verlichtingsmodi zijn.
  6. Het gerecht kan deze termijn naar eigen goeddunken verlengen.
  7. de in de toezeggingen vastgelegde termijnen verlengen of
  8. De Autoriteit kan deze termijn met maximaal zes maanden verlengen.
  9. Het is derhalve noodzakelijk deze geldigheidsduur te verlengen.
  10. Het bestuur kan deze termijn met twee jaar verlengen.
  11. Het is derhalve dienstig de referentieperiode te verlengen.
  12. Deze lijst verlengen als er meer verlichtingseenheden zijn.
  13. De lidstaten moeten, naargelang het geval, de toelatingen verlengen, zo nodig met wijzigingen, of deze weigeren te verlengen.
  14. In dit geval kan het Bureau de in lid 2 bedoelde periode verlengen.
  15. In de hierna genoemde omstandigheden kan het centrum overeenkomsten beëindigen of niet verlengen: