Betekenis van:
verliezen

verliezen
Werkwoord
  • nadeel lijden in de handel
"[de firma] verliest op [twee van de divisies]"

Hyperoniemen

verliezen
Werkwoord
  • zich vergeten, opgaan
"Hij verliest zich in computerspellen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

verliezen
Werkwoord
  • de mindere blijken, overwonnen worden
"een wedstrijd verliezen"
"op punten verliezen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

verliezen
Werkwoord
  • iets kwijt raken
"In 2009 heeft de politieke partij vijf procent van haar leden verloren."
verliezen
Werkwoord
  • nutteloos besteden
"Je verliest tijd met dat nietsdoen"

Synoniemen

Hyperoniemen

verliezen
Werkwoord
  • ten onder gaan, ophouden te bestaan
"verloren gaan"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

verliezen
Werkwoord
  • niet winnen
verlies (het ~ | meervoud verliezen)
Zelfstandig naamwoord
  • nadeel
"zonder verlies"
"verliezen lijden/draaien"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

verlies (het ~ | meervoud verliezen)
Zelfstandig naamwoord
  • het verliezen
"zijn vertrek is geen groot verlies voor de firma"
"[de vijand] zware verliezen toebrengen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Je kan niet verliezen.
  2. Je gezondheid verliezen is erger dan geld te verliezen.
  3. Ik heb niets te verliezen.
  4. Ik heb niets te verliezen.
  5. Probeer gewicht te verliezen door te joggen.
  6. Het is absurd het studentenleven te verliezen aan nietsdoen.
  7. Ik wil niet het risico lopen het te verliezen.
  8. Je hebt weinig te winnen en veel te verliezen.
  9. Ze probeerde op dieet te gaan om vijf kilogram te verliezen.
  10. Hij die vecht, kan verliezen, maar hij die dat niet doet, heeft al verloren.
  11. "En trouwens," haastte Dima zich toe te voegen, terwijl hij zijn rekenmachientje tevoorschijn haalde en 0,99 deelde door 3.000.000, alvorens het te vermenigvuldigen met 100, "u realiseert zich toch wel dat u maar 0,0033% zou verliezen, hè?"
  12. Verliezen
  13. Nettowinst (verliezen)
  14. Totaal verliezen
  15. Titel Verliezen