Betekenis van:
verloven
verloven
Werkwoord
- ''zich ~'': iemand een (informele) belofte om te trouwen geven
"De kroonprins verloofde zich met een burgermeisje."
verlof (het ~ | meervoud verloven)
Zelfstandig naamwoord
- toestemming om enige tijd niet te werken
"met uw verlof, [maar ik ben het daar niet mee eens]"
"verlof geven/krijgen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
verlof (het ~ | meervoud verloven)
Zelfstandig naamwoord
- toestemming
"met uw verlof, [maar ik ben het daar niet mee eens]"
"verlof geven/krijgen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Voorts wordt de opzeggingstermijn gedurende deze verloven binnen bovengenoemde grens opgeschort;
- Het verlenen van deze verloven geschiedt overeenkomstig de bepalingen van bijlage III.
- Voorts wordt de opzeggingstermijn gedurende deze verloven binnen bovengenoemde grens geschorst.
- De artikelen 42 bis, 42 ter, 55 bis, en 57 tot en met 61 van het Statuut betreffende verloven, arbeidsduur en feestdagen, alsmede artikel 16, alinea′s 2 tot en met 4, en artikel 18 van de onderhavige regeling zijn van overeenkomstige toepassing.
- Buiten de in artikel 40 vastgestelde verloven, hebben vrouwelijke personeelsleden, na overlegging van een medisch attest, recht op moederschapsverlof met behoud van bezoldiging, dat normaliter ingaat zes weken vóór de datum die op het attest als vermoedelijke dag van de bevalling is aangegeven, en normaliter eindigt tien weken na de datum van de bevalling, met dien verstande dat dit verlof niet minder dan zestien weken kan bedragen.
- Buiten het recht op de in artikel 40 vermelde verloven, hebben vrouwelijke personeelsleden, na overlegging van een medisch attest, recht op moederschapsverlof met behoud van bezoldiging, ingaande normaliter zes weken vóór de datum die op het attest als vermoedelijke dag van de bevalling is aangegeven, en eindigende normaliter tien weken na de datum van de bevalling, met dien verstande dat dit verlof niet minder dan zestien weken kan bedragen.