Betekenis van:
veroorzaken
veroorzaken
Werkwoord
- de oorzaak zijn van
"Het doorknippen van het rode draadje veroorzaakte de explosie."
Voorbeeldzinnen
- Ik wil geen paniek veroorzaken.
- Welke moeilijkheden kan zij veroorzaken?
- (kan kanker veroorzaken),
- (kan kanker veroorzaken),
- Kan een allergische reactie veroorzaken.”
- Kan een allergische reactie veroorzaken.
- (kan kanker door inhalatie veroorzaken),
- (kan kanker veroorzaken bij inademing),
- (kan erfelijke genetische schade veroorzaken),
- (kan erfelijke genetische schade veroorzaken),
- Kan een allergische reactie veroorzaken
- (kan overgevoeligheid veroorzaken bij inademing),
- (kan overgevoeligheid veroorzaken bij inademing),
- Veroorzaken van kleinere lichamelijke letsels
- Kan een allergische reactie veroorzaken.”.