Betekenis van:
veroorzaker

veroorzaker (de ~ | meervoud veroorzakers)
Zelfstandig naamwoord
  • persoon/zaak die iets veroorzaakt; overhaler
"de veroorzaker van [dit ongeluk]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Derhalve dient te worden bepaald dat dit orgaan niet kan eisen dat het slachtoffer voor het verkrijgen van schadevergoeding aantoont dat de veroorzaker van het ongeval niet kan of niet wil betalen.
  2. Wanneer de prijzen op basis van de kosten zouden worden bepaald zodat de kosten voor rekening zouden zijn voor degene die aanleiding geeft tot de kosten, dan zouden de kosten voor de veroorzaker zijn.