Betekenis van:
verprutsen
verprutsen
Werkwoord
- verknoeien; verpesten; verknoeien; verknoeien; verknoeien; verpesten
"een schilderij verprutsen"
"je tijd verprutsen"
Synoniemen
- mispeuteren
- verbroddelen
- verbrodden
- verbruien
- verhaspelen
- verknallen
- verknollen
- versjteren
- verstieren
- verknoeien
- bederven