Betekenis van:
verscheidenheid

verscheidenheid
Zelfstandig naamwoord
  • een verzameling van zeer verschillende zaken
"In de klas was een grote verscheidenheid van afkomsten te herkennen."
verscheidenheid (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • verzameling van verschillende eenheden
"de culturele/landschappelijke verscheidenheid van een land"
"eenheid in verscheidenheid"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Discriminatiebestrijding en verscheidenheid
  2. Discriminatiebestrijding en verscheidenheid;
  3. het devies „In verscheidenheid verenigd”.
  4. Onderdeel 4: Discriminatiebestrijding en verscheidenheid
  5. het devies „In verscheidenheid verenigd”.
  6. in natuurlijke verscheidenheid voorkomende inheemse soorten, of
  7. om te helpen de genetische verscheidenheid te behouden.
  8. Door deze lange lijst met uitgeverijen stimuleert CELF de verscheidenheid.
  9. Het EU-beleid inzake de bescherming van de culturele verscheidenheid, ook in het licht van de Unesco-conventie inzake culturele verscheidenheid, overnemen.
  10. Krachtens artikel 22 van het Handvest eerbiedigt de Unie de verscheidenheid van cultuur en taal.
  11. Er bestaat een grote verscheidenheid aan actieplannen die als adequaat beschouwd kunnen worden.
  12. bevorderen van het leren van talen en ondersteunen van de taalkundige verscheidenheid in de lidstaten;
  13. Er bestaat een grote verscheidenheid van uiteenlopende consortiumovereenkomsten, die onder verschillende omstandigheden worden toegepast.
  14. de verscheidenheid en kwaliteit van de programma's te versterken waar zulks extra beginkosten meebrengt; en
  15. bevorderen van het leren van talen en van de taalkundige verscheidenheid;