Betekenis van:
verschijnsel

verschijnsel (het ~ | meervoud verschijnselen, verschijnsels)
Zelfstandig naamwoord
  • al wat verschijnt
"bovennatuurlijke/onverklaarbare verschijnselen"
"dat is een heel normaal verschijnsel"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

verschijnsel
Zelfstandig naamwoord
  • iets dat zich voordoet
"Dat is een vreemd verschijnsel."

Voorbeeldzinnen

  1. Dit verklaart waarom dit verschijnsel zich niet vaak voordoet.
  2. Neerwaartse loonrigiditeit is op zich een wijdverbreid verschijnsel.
  3. „elektromagnetische storing”: elk elektromagnetisch verschijnsel dat een verslechtering van de prestaties van uitrusting kan veroorzaken.
  4. Zwartwerk blijft een bijzonder omvangrijk verschijnsel, ook al is inmiddels de arbeidssituatie van 700000 immigranten geregulariseerd.
  5. Indien het onderliggende verschijnsel niet bestaat, moet de tijdreeks worden gerapporteerd als ontbrekend met waarnemingsstatus „M”.
  6. Vergelijking van statistieken over hetzelfde verschijnsel of aspect uit andere enquêtes of bronnen;
  7. Tijdsduur tussen beschikbaarheid van gegevens en de gebeurtenis of het verschijnsel waarop deze betrekking hebben.
  8. Indien het verschijnsel niet bestaat of niet significant is, is op de-minimisgronden geen rapportage vereist.
  9. Er bestaat bewijs dat dit verschijnsel zich voordoet, hoewel dit bewijs onvermijdelijk anekdotisch is.
  10. Indien het verschijnsel niet bestaat of geen gegevens beschikbaar zijn, is geen rapportage vereist.
  11. Het is ook mogelijk een onderscheid te maken tussen waarden die ontbreken omdat geen statistische gegevens over het verschijnsel worden verzameld, en waarden die ontbreken omdat het verschijnsel niet bestaat.
  12. gegevens gelijk aan nul (code „0”): uitsluitend werkelijke nulwaarden (verschijnsel komt niet voor. of komt wel voor, maar is afgerond).
  13. De omvang van de voorraden en het verschijnsel van het aanleggen van voorraden werden door een andere importeur bevestigd.
  14. „ruimtelijk object”: een abstracte voorstelling van een reëel verschijnsel in relatie tot een specifieke locatie of een specifiek geografisch gebied;
  15. Naarmate de diverse fasen van een fenologisch verschijnsel elkaar opvolgen, worden de beoordelingen herhaald tot elke fase ten einde is.