Betekenis van:
versnellen

versnellen
Werkwoord
  • een grotere snelheid (doen) bereiken
"Een katalysator versnelt een chemische reactie."
versnellen
Werkwoord
  • de werking of ontwikkeling van iets begunstigen

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. De auto bleef versnellen.
  2. Versnellen [3]
  3. Versnellen van de herstructurering van grote staatsnutsbedrijven.
  4. de tenuitvoerlegging van het project versnellen?
  5. Versnellen van de herstructurering van staatsbedrijven.
  6. De investering zou de reiniging van staalplaten versnellen.
  7. Versnellen van de aanpassing van wetgeving en normen aan het acquis van de EU.
  8. Intensiveren van de inspanningen om vergunningenstelsels te stroomlijnen en te versnellen.
  9. Het gebruik van economische prikkels om de uitvoering van dergelijke aanpassingen te versnellen, moet worden overwogen;
  10. De privatisering van staatsbedrijven, met name banken, versnellen met oog voor de sociale component.
  11. Versnellen van de herstructurering, privatisering en/of liquidatie van grote ondernemingen in staatseigendom of collectieve eigendom.
  12. De ontwikkeling van de economische statistieken voortzetten en de ontwikkeling van sociale statistieken versnellen.
  13. De uitvoering van het Europees Handvest voor het midden- en kleinbedrijf versnellen.
  14. De privatisering van openbare bedrijven versnellen om goed ondernemingsbestuur te versterken en quasi-fiscale verliezen te beperken.
  15. Ook versnellen van de herstructurering van grote nutsbedrijven in staatseigendom (elektriciteit, olie en gas, spoorwegen, luchtvaartmaatschappijen, telecommunicatie enz.).