Betekenis van:
vervoer
vervoer (het ~)
Zelfstandig naamwoord
- het (doen) verplaatsen; vervoer
"het openbaar vervoer"
"het vervoer van en naar Amsterdam"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
vervoer
Zelfstandig naamwoord
- overbrenging van zaken van één plaats naar de andere
"Het vervoer van containers gebeurt via schepen."
vervoer
Zelfstandig naamwoord
- middel waarmee overbrenging van zaken plaatsvindt
"Heb je al vervoer naar de luchthaven?"
vervoer
Zelfstandig naamwoord
- middel van vervoer
"vervoer hebben"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- vervoer,
- vervoer
- Vervoer
- Vervoer
- vervoer.
- Vervoer
- Vervoer
- VERVOER
- vervoer;
- VERVOER
- Vervoer
- Vervoer
- Vervoer
- Maritiem vervoer
- Vervoer – pijpleidingen