Betekenis van:
verwijten

verwijten
Werkwoord
  • als schuld of tekortkoming voorhouden
"de pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet"
"je(zelf) niets te verwijten hoeven/hebben"

Synoniemen

Hyperoniemen

verwijten
Werkwoord
  • verantwoordelijk gesteld worden voor een gemaakte fout
"Hem werd grote arrogantie verweten."

Voorbeeldzinnen

  1. Zij verwijten CELF dat zij zich in de loop der tijd, dankzij de connecties met uitgeverijen die haar preferentiële kortingen verleenden, op andere markten begaf dan de markt waarvoor zij oorspronkelijk was opgericht, namelijk kleine bestellingen.
  2. De Franse autoriteiten wijzen er ten slotte op dat de kijkers-, programma- en audiovisuelereclamemarkten een nationale omvang hebben en verwijten de Commissie dat zij niet heeft aangetoond op welke wijze deze financiële overheidsmaatregelen het intracommunautaire handelsverkeer ongunstig hebben beïnvloed.
  3. In die fase van de procedure merkte de Commissie op: „op basis van de gegevens waarover de Commissie op dit ogenblik beschikt kan niet worden vastgesteld of RTP een dergelijk gedrag te verwijten valt” [90].
  4. Wat de opmerkingen van de twee bankassociaties betrof, verklaarde Duitsland dat de algemene verwijten niet gestaafd werden door feiten of concrete klachten van kredietinstellingen over de marktactiviteiten van WestLB.
  5. Voor aanbestedende diensten die bijzonder complexe projecten uitvoeren, kan het, zonder dat hen iets valt te verwijten, objectief gezien onmogelijk zijn te bepalen welke middelen aan hun behoeften kunnen voldoen of te beoordelen wat de markt te bieden heeft op het stuk van technische en/of financiële of juridische oplossingen.