Betekenis van:
verzinken
verzinken
Werkwoord
- verdwijnen door in iets weg te zinken
"Het gekapseisde schip verzonk in de woedende zee."
verzinken
Werkwoord
- ''overdrachtelijk'' diep in gedachten zijn
"Hij was diep in gepeins verzonken."
verzinken
Werkwoord
- iets in een materiaal doen zinken
"Je kunt deze verbinding ook verzinken in het hout."
verzinken
Werkwoord
- zinkend verdwijnen; wegzakken
"in het moeras/mos verzinken"
Synoniemen
Hyperoniemen
verzinken
Werkwoord
- iets al of niet galvanisch met een laag zink afdekken
Voorbeeldzinnen
- Metallische laag (elektrolytisch en chemisch verzinken)
- zinkhoudende slak afkomstig van thermisch verzinken (batch) (> 92 % Zn)
- afval van chemische oppervlaktebehandeling en coating van metalen en andere materialen (bv. galvanische processen, verzinken, beitsen, etsen, fosfaatbehandeling, alkalisch ontvetten en anodisatie)
- Onder de rubriek „Overige” (code 4070) zijn de uitgaven begrepen betreffende alle inrichtingen die niet onder een speciale categorie walserijen vallen, behalve bekledingsinstallaties (vertinnen, verzinken, enz.), die onder code 4064 zijn ingedeeld.
- De punten 5.1.4 en 5.1.5 vullen elkaar aan; de eerste zin van punt 5.1.5 (d.w.z. een kracht van 37,8 daN voor het verzinken of loskomen) wordt toegepast en vervolgens punt 5.1.4 bij het verzinken tot het uitsteeksel tussen 3,2 en 9,5 mm bedraagt, of, bij het loskomen, de twee laatste zinnen van punt 5.1.5 (het oppervlak van de dwarsdoorsnede wordt gemeten vooraleer de kracht wordt uitgeoefend).
- Indien echter om praktische redenen punt 5.1.4 moet worden toegepast (verzinken tot minder dan 9,5 mm en meer dan 3,2 mm), kan het, indien de fabrikant dit verkiest, beter zijn om de voorschriften van punt 5.1.4 te controleren alvorens de in punt 5.1.5 voorgeschreven kracht van 37,8 daN uit te oefenen.
- Tafeltjes en soortgelijke voorzieningen moeten kunnen losgaan, scheuren, aanzienlijk worden vervormd of verzinken bij uitoefening, door middel van een cilinder met een verticale as en een diameter van 110 mm, van een voorwaarts gerichte horizontale kracht in de lengterichting van 37,8 daN, zonder dat hierbij gevaarlijke delen ontstaan en zonder dat de rand van het tafeltje gevaarlijke uitsteeksels vertoont.
- Indien deze onderdelen meer dan 9,5 mm uitsteken ten opzichte van het instrumentenpaneel moeten ze zodanig zijn ontworpen en uitgevoerd dat ze in het oppervlak van het instrumentenpaneel kunnen verzinken tot ze niet meer dan 9,5 mm uitspringen of loskomen wanneer er een voorwaarts gerichte horizontale kracht van 37,8 daN in de lengterichting op wordt uitgeoefend door middel van een stoter met een vlak uiteinde en een doorsnede van ten hoogste 50 mm; in het tweede geval mogen er geen gevaarlijke uitsteeksels van meer dan 9,5 mm overblijven; de doorsnede op een afstand van ten hoogste 6,5 mm van het meest uitspringende punt moet een oppervlakte van ten minste 6,5 cm2 hebben (zie bijlage X, toelichting, punt 5.1.5).