Betekenis van:
vet
vet (het ~ | meervoud vetten)
Zelfstandig naamwoord
- stof in weefsels als reservebrandstof; weefsel met vet
"iemand zijn vet geven"
"iemand in zijn eigen vet gaar laten smoren"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
vet (het ~ | meervoud vetten)
Zelfstandig naamwoord
- kookproduct
"vloeibare/plantaardige/dierlijke vetten"
"iets in vet bakken/braden"
Hyperoniemen
Hyponiemen
vet
Zelfstandig naamwoord
- een groep van chemische stoffen bestaande uit verbindingen tussen glycerol en vetzuren
"'Vetten' kennen we als gladde vloeistoffen en smeermiddelen."
vet
Zelfstandig naamwoord
- gespecialiseerd dierlijk weefsel
vet
Zelfstandig naamwoord
- dierlijke of plantaardige brandstof
vet
Bijvoeglijk naamwoord
- dik gedrukt; van letters
"vet gedrukt"
"vette letters"
Synoniemen
Hyperoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Hoe vet zou het zijn als Obama een mooi, dik afrokapsel zou laten staan?
- % vet
- Vet. nr.
- Vet (mengsels)
- Dierlijk vet
- Vet. Nr.
- Plantaardig vet
- Vet (MMP)
- Ruw vet
- Vet. nr.
- Ruw vet
- Vet (eindproduct)
- Toegevoegd vet
- Vreemd vet
- Huid + vet