Betekenis van:
veter
veter (de ~ | meervoud veters)
Zelfstandig naamwoord
- koord om iets dicht te rijgen
"een paar veters"
"zijn veters dichtknopen/vastbinden/loskrijgen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
veter
Zelfstandig naamwoord
- een rijgsnoer, nestel (Vlaams)