Betekenis van:
vetorecht

vetorecht (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • recht van veto
"zijn vetorecht gebruiken"
"het vetorecht van een individueel lid"

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Er is geen andere aandeelhouder die eveneens als controlerende aandeelhouder of ten minste als minderheidsaandeelhouder met vetorecht (25 % plus één aandeel) zou kunnen worden beschouwd.
  2. De leiders van een ITD beschikken over vetorecht met betrekking tot alle besluiten van de stuurgroep ITD waarvan zij de leider zijn.
  3. Bij alle besluiten met betrekking tot het gebruik van de financiële bijdragen van de Gemeenschap, betreffende liquidatie van de gemeenschappelijke onderneming en in verband met de punten a), b), c), j) en n) beschikt de Gemeenschap over een vetorecht.
  4. De vertegenwoordiger van de Gemeenschap heeft een vetorecht bij alle besluiten van de raad van bestuur met betrekking tot het gebruik van haar eigen financiële bijdrage aan de gemeenschappelijke onderneming Artemis.
  5. Bij alle besluiten met betrekking tot het gebruik van de financiële bijdragen van de Gemeenschap, betreffende liquidatie van de gemeenschappelijke onderneming ENIAC en in verband met de punten a), b), c), j) en n) beschikt de Gemeenschap over een vetorecht.
  6. Ook worden nadere bijzonderheden verstrekt over het eventuele recht van de garant om zijn veto te stellen tegen wijzigingen in de rechten van de effectenhouder; een dergelijk vetorecht wordt vaak aangetroffen in „monoline”-verzekeringsovereenkomsten.
  7. De vertegenwoordiger van de Gemeenschap heeft een vetorecht bij alle kwesties die verband houden met het gebruik van de financiële bijdrage van de Gemeenschap aan de gemeenschappelijke onderneming ENIAC.
  8. De staat kan zich ook in aanzienlijke mate mengen in de besluitvorming van één producent-exporteur in de groep door het impliciete vetorecht waarover hij beschikt via het bestuurslid dat de moedermaatschappij vertegenwoordigt die in handen van de staat is.
  9. Verder is uit het onderzoek gebleken dat Sea-Invest volstrekt niet geneigd zou zijn om van haar vetorecht gebruik te maken om belangrijke beslissingen tegen te houden teneinde de toch al geringe concurrentie van EMO-EKOM nog verder te beperken.
  10. Het vetorecht komt te vervallen na een periode van tien werkdagen volgende op de datum van de beslissing van het Agentschap tenzij de Commissie of haar afgevaardigde binnen deze termijn voorbehoud heeft gemaakt.
  11. De Gemeenschap beschikt over vetorecht voor alle besluiten in verband met het gebruik van haar financiële bijdrage, de liquidatie en de ontbinding van de gemeenschappelijke onderneming, de aanneming van aanzienlijke wijzigingen in de toewijzing van begrotingsmiddelen aan en binnen ITD’s, en besluiten in verband met de punten a), b), c), h), k), l), m), n), o), p), w) en x).
  12. Deze conclusie zou nog duidelijker zijn geweest als de analyse was gedaan in juni 2004 (SKK 275 miljoen, ofwel EUR 7,2 miljoen), ruim op tijd voor het belastingkantoor om zijn vetorecht te gebruiken en het voorstel af te wijzen, waarmee dan een eind was gekomen aan het crediteurenakkoord.
  13. De verbintenissen behelzen de volgende belangrijke elementen: i) afschaffing van het vetorecht van de partijen betreffende capaciteitsuitbreiding; ii) versterking van barrières om informatie-uitwisseling tussen de partijen en tussen de gezamenlijke onderneming en de partijen te verhinderen; en iii) verstrekking van informatie aan het Voorzieningsagentschap van Euratom (ESA) zodat dit de prijzen van de uraniumverrijking kan controleren en, indien nodig, corrigerende maatregelen treffen, bijvoorbeeld door de invoer van derden te verhogen.
  14. In de statuten van de Gemeentelijke Holding is bepaald dat de vennootschap is onderworpen aan het toezicht van de minister van Financiën en van de minister van Binnenlandse Zaken, volgens de door de wet vastgestelde uitvoeringsbepalingen. In dat verband dient te worden vermeld dat de beide regeringscommissarissen (die, onderscheidenlijk, de minister van Financiën en de minister van Binnenlandse Zaken vertegenwoordigen) de bevoegdheid hebben om zich te verzetten tegen een besluit van de raad van bestuur van de Gemeentelijke Holding. Volgens rechtspraak [32] vormt het bestaan van een vetorecht of een goedkeuringsbevoegdheid voor de staat een aanwijzing dat de gedragingen van een rechtspersoon aan de staat zijn te toe rekenen, hetgeen in dit geval geldt voor de Gemeentelijke Holding.Daartegenover staat dat vastgesteld moet worden dat in deze zaak de kapitaalinjectie van CDC en de Gemeentelijke Holding gelijktijdig heeft plaatsgevonden met de andere door de Staten genomen maatregelen (directe kapitaalinjectie door de Staten en de Gewesten, staatsgaranties, de FSA-maatregel, de door de Belgische staat gegarandeerde operatie liquiditeitssteun).