Betekenis van:
vezel

vezel (de ~ | meervoud vezels)
Zelfstandig naamwoord
  • lange dunne draad
"elke vezel van je lichaam voelen"
"rijk aan vezels zijn"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

vezel
Zelfstandig naamwoord
  • een vezel is een lang, dun filament waarvan de lengte ten minste drie keer groter is dan de doorsnede
"Sommige vezels zijn zo klein dat ze met het oog niet waar te nemen zijn."

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Nummer vezel
  2. Gemetalliseerde vezel
  3. Ramee (ontvette vezel)
  4. Vezel van glas
  5. Noot 3:6.A005 omvat vezel-"lasers".
  6. Vezel uitsluitend afkomstig van zijdevoortbrengende insecten
  7. Noot 36.A005 omvat vezel-"lasers".
  8. Vezel verkregen uit metaalzouten van alginezuur
  9. Alginezuur komt voor in vezel-, korrel- en poedervorm.
  10. Vezel afkomstig van de bladscheden van de Musa textilis
  11. Vezel afkomstig van de bladeren van de Agave sisalana
  12. Vezel afkomstig van de vrucht van de Cocos nucifera
  13. Vezel afkomstig van de zaden van de katoenplant (Gossypium)
  14. Vezel afkomstig van het blad van de Stipa tenacissima
  15. Garens van keramische continuvezels, waarvan elke vezel bevat: