Betekenis van:
vijandigheid

vijandigheid
Zelfstandig naamwoord
  • het vijandig zijn
"De vijandigheid tussen de twee groepen nam toe."
vijandigheid (de ~ | meervoud vijandigheden)
Zelfstandig naamwoord
  • toestand van vijand te zijn
"de vijandigheid tegenover minderheden/wetten"

Synoniemen

Hyperoniemen

vijandigheid
Zelfstandig naamwoord
  • vijandige daad

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Er moeten duidelijke redenen worden opgegeven, zoals directe wetenschappelijke rivaliteit, beroepsmatige vijandigheid of een vergelijkbare situatie die de objectiviteit van de potentiële beoordelaar in de weg zou kunnen staan of in twijfel zou kunnen trekken.
  2. Bevordering van een klimaat van verdraagzaamheid tussen de Servische en Roma-minderheid en nemen van maatregelen om personen te beschermen die lid zijn van een minderheid en die mogelijk worden bedreigd of gediscrimineerd of die geconfronteerd worden met vijandigheid of geweld.