Betekenis van:
vijlen
vijlen
Werkwoord
- met een vijl werken
"Heb je dat gevijld?"
vijlen
Werkwoord
- sleutelen
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
vijl (de ~ | meervoud vijlen)
Zelfstandig naamwoord
- werktuig om zaken glad te maken
"de vijl erover halen/'laten gaan'"
"een platte/ronde/halfronde vijl"
Hyperoniemen
Hyponiemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Vijlen of raspvijlen
- Vijlen, raspen en dergelijk gereedschap
- vijlen, raspen en dergelijk gereedschap
- Vijlen, raspen, tangen (ook buig-, snij- en ponstangen), pincetten, metaalscharen (blikscharen, plaatscharen en dergelijke), pijpsnijders, boutenscharen, holpijpen en dergelijk handgereedschap
- Het couperen van de staart en het knippen en vijlen van tanden veroorzaken bij de varkens vaak onmiddellijke pijn en in enkele gevallen langdurige pijn.
- het door vijlen of knippen uniform verkleinen van de hoektanden van biggen tot de leeftijd van zeven dagen, mits de tanden glad en intact blijven; de slagtanden van beren mogen worden ingekort om verwondingen bij andere dieren te voorkomen of om veiligheidsredenen;