Betekenis van:
vlakken
vlakken
Werkwoord
- vlak maken
vlak (het ~ | meervoud vlakken)
Zelfstandig naamwoord
- tweedimensionale uitgebreidheid
"een plat vlak"
"een vlak betegelen"
Hyperoniemen
Hyponiemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- met flenzen met evenwijdige vlakken
- 2 vlakken voor sleutel maat 36
- Machines voor buigen, vouwen, strekken of vlakken
- Vlakken van de verlichtingsinrichtingen, referentieas en -punt en geometrische zichtbaarheidshoeken
- Geschikt voor het corrigeren van onbalans in twee of meer vlakken; en
- Acht kleine kunststof kubussen met 48 vlakken, aan twee ribben bij elkaar gehouden.
- in de hoogte door twee horizontale vlakken respectievelijk op 1 en 2,20 m boven de grond,
- machines (persen daaronder begrepen) voor het buigen, het vouwen, het strekken of het vlakken
- geschikt voor het corrigeren van onbalans in twee of meer vlakken; en
- A vlakken onder de kromme van de oprichtende arm van statische stabiliteit.”;
- Aanhangsel 1: Vlakken van de verlichtingsinrichtingen, referentieas en -punt en geometrische zichtbaarheidshoeken
- Bijlage 3 — Vlakken van de verlichtingsinrichtingen, referentieas en -punt en geometrische zichtbaarheidshoeken
- Onder „grootste breedte” verstaat men de afstand tussen de twee onder 1.10 bepaalde verticale vlakken.
- „grootste breedte”: de afstand tussen de twee onder 2.14 omschreven verticale vlakken;
- schutsluizen, scheepsliften en hellende vlakken, met inbegrip van voorhavens en spaarbekkens;