Betekenis van:
vlieten

vlieten
Werkwoord
  • als iets vluchtigs voorbijgaan
"Terwijl [Hans] Andreas de drama's van goed en fout, van leven en dood, direct aan de lijve ondervonden heeft, is het groots en meeslepende aan [Adriaan R Holst voornamelijk voorbij gevloten."
vlieten
Werkwoord
  • zachtjes vloeien of stromen
"Het water is door de sterke regenval op een aantal plaasen over de dam gevloten."
vliet (de ~ | meervoud vlieten)
Zelfstandig naamwoord
  • stromend water

Hyperoniemen