Betekenis van:
vloeibaar

vloeibaar
Bijvoeglijk naamwoord
  • kunnende vloeien
"vloeibaar voedsel"
"vloeibare lijm/zeep"

Hyperoniemen

vloeibaar
Bijvoeglijk naamwoord
  • in staat te vloeien, gezegd van de aggregatietoestand van stoffen die niet vast en niet gasvormig zijn
"Water is bij kamertemperatuur vloeibaar."

Voorbeeldzinnen

  1. vloeibaar:
  2. [vloeibaar]
  3. vloeibaar:
  4. vloeibaar,
  5. vloeibaar:
  6. Vloeibaar
  7. Vloeibaar theeconcentraat
  8. mangochutney, vloeibaar
  9. bloed, vloeibaar
  10. vloeibaar [27]
  11. Vloeibaar petroleumgas
  12. Vloeibaar butaangas
  13. Vloeibaar staal
  14. vloeibaar gemaakt
  15. vloeibaar [24]