Betekenis van:
vloertegel

vloertegel
Zelfstandig naamwoord
  • een tegel van keramiek, natuursteen, kunststof etc. om een vloer mee te bedekken
"Hij liet de vloertegels van schrik uit zijn hand vallen."
vloertegel (de ~ | meervoud vloertegels)
Zelfstandig naamwoord
  • vloertegel van steen; tegel als vloerbedekking
"nieuwe vloertegels leggen"

Synoniemen

Hyperoniemen