Betekenis van:
voeder

voeder
Zelfstandig naamwoord
  • eten; voer voor dieren; veevoer

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Vezelhoudend voeder
  2. Voeder met voormengsel
  3. Bij voeder voor ooien.
  4. Voeder- en drenkvoorzieningen →
  5. voeder voor kippen B
  6. Rauw voeder voor gezelschapsdieren
  7. voeder voor kippen A
  8. VOEDER EN WATER
  9. Algemene voorschriften inzake voeder
  10. voeder voor kalkoenen
  11. Bij voeder voor melkkoeien.
  12. Voeder, water en andere stoffen
  13. Voeder, water en andere stoffen
  14. Vezelhoudend voeder (kalveren en zeugen)
  15. Bereid voeder voor gezelschapsdieren (zoogdieren)