Betekenis van:
voeren
voeren
Werkwoord
- in uitvoering hebben; organiseren
"het bevel voeren"
"een oorlog voeren"
Synoniemen
Hyperoniemen
voeren
Werkwoord
- geleiden, ergens heen brengen
"De gijzelaar werd geblinddoekt naar het schavot gevoerd."
voeren
Werkwoord
- kleding aan de binnenkant van een isolerende laag voorzien
"Deze jas is met bont gevoerd."
voeren
Werkwoord
- dieren te eten geven
"Voer dat maar aan de varkens!"
voeren
Werkwoord
- een kind eten in de mond stoppen
"Het duurt uren om Jantje te voeren."
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Laat mij het woord voeren.
- Wij voeren koffie in uit Brazilië.
- Dokters weigerden om een tweede operatie uit te voeren.
- Het is een goed idee, maar moeilijk om uit te voeren.
- Ze was niet rijk genoeg om haar hond elke dag vlees te voeren.
- Hij was zo vriendelijk ons met zijn boot naar het eiland te voeren.
- Uit te voeren acties
- uit te voeren berekeningen:
- Voeren van een beroepstitel
- Uit te voeren acties
- Uit te voeren test
- UIT TE VOEREN ACTIES
- de opleidingsplannen uit te voeren
- het voeren van de boekhouding;
- het uit te voeren sperma: