Betekenis van:
voertuig
voertuig (het ~ | meervoud voertuigen)
Zelfstandig naamwoord
- vervoermiddel dat dient om goederen of personen over land te vervoeren
"een gepantserd voertuig"
"de taal is het voertuig van de geest"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
voertuig
Zelfstandig naamwoord
- door de mens gemaakt voorwerp, gewoonlijk op wielen, met als doel het verplaatsen van mensen of goederen
"Heden ten dage is de auto het meest gebruikte voertuig."
Voorbeeldzinnen
- Open nooit de deur van een voertuig in beweging.
- Ik ga liever te voet dan in een voertuig vervoerd te worden.
- Voertuig
- VOERTUIG
- Voertuig.
- onderhouds-voertuig
- Voertuig fabrikant
- Compleet voertuig
- (SC) voertuig
- Onbeladen voertuig
- „EEV-voertuig”
- Belading voertuig
- Opleggertrekkend voertuig
- Inlichtingenformulier (voertuig)
- „voertuig”: motorvoertuig;