Betekenis van:
voetbal

voetbal (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • balspel met twee teams van elf spelers
"een potje/partijtje voetbal"
"voetbal spelen"

Hyperoniemen

voetbal (de ~ | meervoud voetballen)
Zelfstandig naamwoord
  • leren voorwerp; bal gebruikt bij de voetbalsport
"een leren voetbal"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Laten we voetbal spelen.
  2. Voetbal is mijn lievelingssport.
  3. Mijn favoriete sport is voetbal.
  4. Hij houdt echt van voetbal.
  5. Wij houden van voetbal spelen.
  6. Al mijn vrienden houden van voetbal.
  7. Ik speel dikwijls voetbal na de les.
  8. Mijn vader houdt niet van voetbal.
  9. Hoe lang speel je al voetbal?
  10. Sommige mensen houden van honkbal, anderen van voetbal.
  11. Sommige jongens spelen tennis en anderen spelen voetbal.
  12. Ze schijnt geen interesse te hebben in voetbal.
  13. Wat ik weet over moraal, heb ik te danken aan voetbal.
  14. Trainingshulpmiddelen voor voetbal
  15. Het Europees Kampioenschap voetbal