Betekenis van:
voetganger
voetganger (de ~ | meervoud voetgangers)
Zelfstandig naamwoord
- weggebruiker te voet
"fietsers en voetgangers"
Hyperoniemen
Hyponiemen
voetganger
Zelfstandig naamwoord
- iemand die zich te voet door het verkeer verplaatst
"Er is recentelijk weer een voetganger aangereden."
Voorbeeldzinnen
- De aanvrager toont aan dat de inrichtingen bij een botsing met een voetganger of een andere kwetsbare weggebruiker naar behoren zullen werken.
- De aanvrager moet aantonen dat de inrichtingen bij een botsing met een voetganger of een andere kwetsbare weggebruiker zullen werken zoals het hoort.
- Het is de verantwoordelijkheid van de aanvrager van de goedkeuring om aan te tonen dat de inrichtingen bij een botsing met een voetganger naar behoren zullen reageren.