Betekenis van:
volkomen

volkomen
Werkwoord
  • geheel gevuld geraken
"Met als gevolg dat de woningen die Lelystad nog steeds aan het bouwen was, niet meer volkwamen."
volkomen
Bijvoeglijk naamwoord
  • zonder dat er iets aan ontbreekt
"Bestaat er volkomen stilte, of hoor je altijd wel wat, bijvoorbeeld je hartslag?."
volkomen
Bijvoeglijk naamwoord
  • totaal; totaal; geheel; compleet; volledig; helemaal; compleet; compleet; geheel; niet gedeeld
"volkomen vrijheid"
"een volkomen gedaanteverwisseling"

Synoniemen

volkomen
Bijvoeglijk naamwoord
  • zonder enig gebrek of waaraan niets ontbreekt

Synoniemen

Hyperoniemen

volkomen
Bijwoord
  • geheel en al
"Dat was volkomen onaanvaardbaar."

Voorbeeldzinnen

  1. Je hebt volkomen gelijk.
  2. Je hebt volkomen gelijk.
  3. Alles wat je zegt is volkomen correct.
  4. Daardoor worden volkomen gladde glasoppervlakten verkregen.
  5. Het vruchtvlees moet volkomen gaaf zijn.
  6. De densimeter staat volkomen stabiel en trillingvrij opgesteld.
  7. Zij oefenen hun ambt volkomen onafhankelijk uit in het algemeen belang van de Europese Unie.
  8. Zij moeten vast zijn en het vruchtvlees moet volkomen gaaf zijn.
  9. Volgens de informatie van de FMA was de afloop van de procedure „volkomen open”.
  10. de beschermende inrichtingen moeten volkomen functioneel blijven dan wel een opdracht tot stopzetting geven.
  11. Dit is volkomen helder in het geval van Frankrijk en Italië.
  12. Het vruchtvlees moet volkomen gaaf zijn, en de schil moet vrij zijn van ruige ruwschilligheid.
  13. de beschermingsinrichtingen moeten volkomen functioneel blijven dan wel een opdracht tot stopzetten geven,
  14. Het model ervan is zodanig ingedeeld dat de versies in de diverse talen een volkomen identieke vorm hebben.
  15. Geen van deze maatregelen maken het terroristen en andere criminelen echter volkomen onmogelijk om zich toegang te verschaffen tot betalingssystemen voor het doorsluizen van hun gelden.