Betekenis van:
voorbereiding
voorbereiding (de ~ | meervoud voorbereidingen)
Zelfstandig naamwoord
- het voorbereiden of zich voorbereiden, of het voorbereid worden
"voorbereidingen voor [de wedstrijd]"
"de voorbereiding op [de wereldkampioenschappen]"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
voorbereiding
Zelfstandig naamwoord
- het voorbereiden
Voorbeeldzinnen
- Wij zijn mislukt doordat het gebrek aan voorbereiding.
- Voorbereiding:
- voorbereiding:
- Voorbereiding
- Algemene voorbereiding
- Tijdige voorbereiding
- VOORBEREIDING VAN HET VOERTUIG
- VOORBEREIDING VAN HET TESTVOERTUIG
- MARIENE STRATEGIEËN: VOORBEREIDING
- Poging of voorbereiding
- Voorbereiding van de test
- voorbereiding van het voertuig,
- Voorbereiding van het meerjarenprogramma
- Voorbereiding van het meerjarenprogramma
- VOORBEREIDING VAN DE TEST