Betekenis van:
voorlopen

voorlopen
Werkwoord
  • van een klok: te snel lopen
"een horloge loopt voor"
"een klok loopt voor"

Hyperoniemen

voorlopen
Werkwoord
  • voorop lopen
"Bij een begrafenis is het traditie dat de uitvaartleider de stoet voorloopt."
voorlopen
Werkwoord
  • te snel lopen (van een uurwerk)
"Mijn horloge loopt voor."