Betekenis van:
voornemen
voornemen
Werkwoord
- zich ten doel stellen
"zich voornemen om [een groot gezin] te [krijgen]"
Hyperoniemen
Hyponiemen
voornemen
Werkwoord
- ''zich ~'': van plan zijn iets te gaan doen
voornemen
Zelfstandig naamwoord
- iets dat iemand heeft voorgenomen of iets dat iemand van plan is om uit te voeren
Voorbeeldzinnen
- Daartoe moet het bureau tijdig van dit voornemen in kennis worden gesteld en dit voornemen bekendmaken.
- NEMEN KENNIS VAN HET VOORNEMEN VAN DE COMMISSIE:
- BERICHT MET HET VOORNEMEN OM HET LUCHTRUIM TE DOORKRUISEN
- NEMEN NOTA VAN HET VOORNEMEN VAN DE COMMISSIE OM:
- Alle belanghebbenden zijn in kennis gesteld van het voornemen om de procedure te beëindigen.
- een brief waarin het voornemen af te wijken formeel aan de Commissie wordt meegedeeld;
- enig voornemen om derden bij een productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten te betrekken, onder meer door uitbesteding;
- KENNISGEVING VAN HET VOORNEMEN OM AAN DE VISSERIJ OP EUPHAUSIA SUPERBA DEEL TE NEMEN
- Zij stellen de directeur in kennis van hun voornemen ter zake.
- Kennisgeving van het voornemen om aan de visserij op krielgarnaal deel te nemen
- de aangever van hun voornemen in kennis hebben gesteld de goederen aan een onderzoek te onderwerpen;
- Op deze relatief jonge en reeds sterk groeiende markt geeft het voornemen geen aanleiding tot mededingingsbezwaren.
- In de beschikking wordt ook de mogelijkheid onderzocht of het voornemen tot coördinatie kan leiden.
- In het plan werd dit voornemen als een compenserende maatregel aangemerkt.
- VOORAFGAANDE KENNISGEVING VAN VOORNEMEN OM TOT EXPERIMENTELE VISSERIJ OVER TE GAAN [1]