Betekenis van:
voorrang

voorrang (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • het recht om te mogen voorgaan, om als eerste in aanmerking te komen
"voorrang verlenen (aan iemand)"
"voorrang hebben/krijgen"

Synoniemen

Hyperoniemen

voorrang
Zelfstandig naamwoord
  • het recht om eerst te gaan of behandeld te worden
"In het Amerikaanse verkeer speelt voorrang lang zo'n grote rol niet als in het Nederlandse."

Voorbeeldzinnen

  1. [Aanspraak op voorrang]
  2. Beroep op voorrang
  3. Recht van voorrang
  4. Artikel 6: Voorrang
  5. Voorrang in geval van tentoonstelling
  6. Artikel 11: Recht van voorrang
  7. Rechtsgevolgen van het recht van voorrang
  8. Voorrang in afnemende volgorde van belang
  9. pakketten zonder voorrang D + 3 90 %.
  10. Aan de volgende werkterreinen wordt voorrang gegeven:
  11. Normaliter wordt voorrang gegeven aan stoffen met:
  12. pakketten met voorrang D + 1 80 %;
  13. Voorrang verlenen: voorrang op kruispunten en overwegen; voorrang verlenen op andere punten (bijvoorbeeld bij het veranderen van richting of rijstrook en bij bijzondere verrichtingen);
  14. In geval van twijfel over de voorrang beslist de Voorzitter.
  15. In beginsel wordt voorrang gegeven aan de volgende soorten programma's: