Betekenis van:
voorval

voorval
Zelfstandig naamwoord
  • een onverwachte en uitzonderlijke gebeurtenis
"Na dit voorval had hij er geen zin meer in."

Voorbeeldzinnen

  1. Ander voorval
  2. Het voorval:
  3. /voorval] * aantal voorvallen )/1000000
  4. De situatie tijdens het voorval:
  5. Datum ernstig ongewenst voorval (jaar/maand/dag)
  6. Datum ernstig ongewenst voorval(jaar/maand/dag)
  7. Feiten met betrekking tot het voorval
  8. fout in de bewegingsgegevens (het langste voorval)
  9. onderbreking van de stroomvoorziening (het langste voorval)
  10. datum, exacte tijd en plaats van het voorval;
  11. maatregelen ter bescherming van de plaats van het voorval.
  12. elk voorval rapporteren, zoals voorzien in de toepasselijke voorschriften;
  13. Rapportage van de maatregelen die naar aanleiding van het voorval reeds genomen of vastgesteld zijn.
  14. uitwisseling van mondelinge boodschappen betreffende het voorval, met inbegrip van documentatie afkomstig van opnamen;
  15. werkzaamheden op of in de omgeving van de plaats van het voorval;