Betekenis van:
voorwoord

voorwoord (het ~ | meervoud voorwoorden)
Zelfstandig naamwoord
  • woord vooraf; voorwoord in een boek; kort tekstje voorin een boek

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Voorwoord
  2. Voorwoord
  3. VOORWOORD
  4. VOORWOORD
  5. VOORWOORD
  6. Het voorwoord wordt als volgt gewijzigd:
  7. Het onderdeel „Nota’s” van het voorwoord wordt als volgt gewijzigd:
  8. In de aanhangsels 1 tot en met 6 komt het voorwoord als volgt te luiden:
  9. Tabel A in het voorwoord van bijlage I wordt vervangen door:
  10. Tabel B in het voorwoord van bijlage I wordt vervangen door:
  11. De volledige tekst van de nota's kan worden gevonden in het voorwoord van bijlage I bij Richtlijn 67/548/EEG.
  12. In dat geval moet de fabrikant of iedere andere persoon die een dergelijke stof op de markt brengt, op het etiket de juiste naam vermelden, rekening houdend met het hoofdstuk „Nomenclatuur” van het voorwoord.
  13. In dat geval moet de fabrikant of iedere andere persoon die een dergelijke stof op de markt brengt, op het etiket de juiste naam vermelden, rekening houdend met het hoofdstuk „Nomenclatuur” van het voorwoord van die bijlage.
  14. Nota 6 in het voorwoord bij bijlage I zou moeten worden geschrapt daar het bepaalde in deze nota vanaf de datum waarop Richtlijn 2001/60/EG van de Commissie in werking treedt niet langer van toepassing is.
  15. Er zou een nieuwe nota 7 moeten worden toegevoegd aan het voorwoord bij bijlage I, om rekening te houden met het feit dat legeringen die nikkel bevatten als sensibiliserend moeten worden ingedeeld op grond van hun snelheid van afgifte en niet op grond van hun nikkelconcentratie.