Betekenis van:
voorzijde

voorzijde (de ~ | meervoud voorzijden)
Zelfstandig naamwoord
  • belangrijkste of zichtbare kant; voorzijde v.e. voorwerp; belangrijkste of zichtbare kant
"aan de voorzijde (van ['het huis'/'de auto'])"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Voorzijde
  2. (voorzijde)
  3. (Voorzijde)
  4. Beschermingsinrichting aan de voorzijde
  5. markeringslichten: wit voorzijde, rood achterzijde;
  6. Hoek beschermingsinrichting aan de voorzijde
  7. E Alleen aan de voorzijde.
  8. Op de voorzijde te vermelden gegevens
  9. Beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden
  10. Bovenbeen-botslichaam tegen beschermingsinrichting aan de voorzijde
  11. Frontruiten en de voorzijde van de trein
  12. (frontruiten en de voorzijde van de trein)
  13. Frontruiten en de voorzijde van de trein
  14. Beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden
  15. Bepalingen voor aftakassen aan de voorzijde