Betekenis van:
vrijdom
vrijdom
Zelfstandig naamwoord
- officiële vrijstelling voor iets; vrijstelling; ontheffing van bepaalde verplichtingen; het iemand vrijlaten
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Legereenheden die in een derde land zijn gestationeerd doch niet onder dat land ressorteren, en in een derde land gevestigde internationale organisaties en diplomatieke vertegenwoordigingen bevoorraden zich over het algemeen met vrijdom van invoerbelastingen.