Betekenis van:
vrijgezel
vrijgezel (de ~ | meervoud vrijgezellen)
Zelfstandig naamwoord
- ongehuwde man of vrouw
Synoniemen
Hyperoniemen
vrijgezel
Zelfstandig naamwoord
- een ongehuwde man of vrouw
Voorbeeldzinnen
- Ze bleef heel haar leven vrijgezel.