Betekenis van:
vrolijk

vrolijk
Bijvoeglijk naamwoord
  • in goede stemming
"Hij werd daar niet vrolijker van."
vrolijk
Bijvoeglijk naamwoord
  • vreugdevol; verheugend; verheugend; verheugend
"een vrolijke boodschap"

Synoniemen

vrolijk
Bijvoeglijk naamwoord
  • in aangename stemming
"vrolijk lachen"
"vrolijke muziek"

Synoniemen

vrolijk
Bijwoord
  • in goede stemming
"Hij lachte vrolijk."

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Vrolijk kerstfeest!
  2. Wees vrolijk.
  3. Vrolijk kerstfeest!
  4. Vrolijk Pasen!
  5. Wees vrolijk! Plaats een uitroepingsteken op het einde van al je zinnen!
  6. Aan het begin van elk weekeinde ben ik tegelijk moe en vrolijk.