Betekenis van:
vrolijk
vrolijk
Bijvoeglijk naamwoord
- in goede stemming
"Hij werd daar niet vrolijker van."
vrolijk
Bijvoeglijk naamwoord
- vreugdevol; verheugend; verheugend; verheugend
"een vrolijke boodschap"
Synoniemen
vrolijk
Bijwoord
- in goede stemming
"Hij lachte vrolijk."
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Vrolijk kerstfeest!
- Wees vrolijk.
- Vrolijk kerstfeest!
- Vrolijk Pasen!
- Wees vrolijk! Plaats een uitroepingsteken op het einde van al je zinnen!
- Aan het begin van elk weekeinde ben ik tegelijk moe en vrolijk.