Betekenis van:
vruchtbaarheid
vruchtbaarheid (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- het vruchtbaar zijn
"de vruchtbaarheid van het land neemt elk jaar af"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
vruchtbaarheid
Zelfstandig naamwoord
- het vermogen vrucht te dragen
"De vruchtbaarheid van deze grond kan nog aanzienlijk verbeterd."
Voorbeeldzinnen
- Vruchtbaarheid
- (kan de vruchtbaarheid schaden),
- individuele gegevens betreffende vruchtbaarheid;
- (kan de vruchtbaarheid schaden),
- Effecten op de vruchtbaarheid
- (mogelijk risico op verminderde vruchtbaarheid),
- (mogelijk gevaar voor verminderde vruchtbaarheid),
- Concentratie ≥ 0,2 % voor de voortplanting vergiftig (vruchtbaarheid)
- Concentratie ≥ 0,5 % voor de voortplanting vergiftig (vruchtbaarheid)
- draagt bij tot een betere vruchtbaarheid van de bodem.
- Concentratie ≥ 1 % voor de voortplanting vergiftig (vruchtbaarheid) R62 verplicht (tenzij reeds R60 is toegekend)
- Concentratie ≥ 5 % voor de voortplanting vergiftig (vruchtbaarheid) R62 verplicht (tenzij reeds R60 is toegekend)
- Voor de voortplanting vergiftige stoffen van categorie 3 en R62 (vruchtbaarheid)
- Onderzoek naar de effecten op de vruchtbaarheid dient evenwel te worden overwogen.
- ramingen op het gebied van biologische parameters (leeftijd, gewicht, geslacht, groeistadium, vruchtbaarheid),