Betekenis van:
vuilnis
vuilnis
Zelfstandig naamwoord
- materiaal dat weggeworpen wordt
"'s Woensdags wordt het vuilnis opgehaald."
vuilnis (de/het ~)
Zelfstandig naamwoord
- afval van de huishouding
"de vuilnis buiten zetten"
"de vuilnis ophalen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Tom wil dat jij het vuilnis naar buiten brengt.
- De volgende morgen kwam Dima uit de vuilcontainer en realiseerde zich dat zijn kleren nu allemaal naar vuilnis stonken.
- Diensten voor ophalen van vuilnis
- Diensten op het gebied van vuilnis en afval
- Diensten voor het verwerken en storten van ongevaarlijk afval en vuilnis
- Uitzonderlijk veel vuilnis, versperring door uitrusting of vracht, of anderszins onveilige omstandigheden, in gangpaden of -accommodatie.