Betekenis van:
vullen
vullen
Werkwoord
- vol maken
"tanden/kiezen vullen"
"je zakken vullen"
Hyperoniemen
Hyponiemen
vullen
Werkwoord
- vol maken
"Kun jij die prullenbak even vullen met dat papier daar?"
vullen
Werkwoord
- opvullen.
"Jij kan je tijd hier wel vullen."
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- (later aan te vullen)
- Brandstof aftappen en vullen
- In te vullen informatie
- verplicht in te vullen velden
- MC: in te vullen modelcertificaat.
- verpakking (vullen van zakken, cilinders, vaten enz.)
- (In te vullen door de partijen)
- Opmerkingen over de in te vullen vakken:
- Voornaam [11] Verplicht in te vullen.
- Slechts in te vullen indien bekend.
- (in te vullen door de Autoriteit)
- In te vullen door de exporteur.
- Door de dienst in te vullen vak
- Achternaam [11] Verplicht in te vullen.
- Aan te vullen door de douane.