Betekenis van:
vurig
vurig
Bijvoeglijk naamwoord
- mbt. vuur
"vurige kolen"
"een vurige streep aan de hemel"
vurig
Bijvoeglijk naamwoord
- met brandende hartstocht
"Zijn vurigste verlangen ging daarmee in vervulling."
vurig
Bijvoeglijk naamwoord
- door hartstochten gedreven
"als de eerste vurige verliefdheid voorbij is, maakt de euforie plaats voor de nodige teleurstelling"
Synoniemen
vurig
Bijvoeglijk naamwoord
- niet twijfelend
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Vrouwen houden van mannen zoals ze van koffie houden: sterk en vurig om hen de hele nacht wakker te houden.