Betekenis van:
waardeloos

waardeloos
Bijvoeglijk naamwoord
  • geen waarde hebbend
"Deze oude biljetten zijn nu waardeloos geworden."
waardeloos
Bijvoeglijk naamwoord
  • niets waard
"(dat is) knap waardeloos!"
"een waardeloze vent"

Hyperoniemen

waardeloos
Bijvoeglijk naamwoord
  • bijzonder slecht, verwerpelijk
"Wat een waardeloze vertoning was dat, zeg!"
waardeloos
Bijvoeglijk naamwoord
  • afschuwelijk; snert; waardeloos

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Waardeloos!
  2. Zijn mening is waardeloos.
  3. Plotseling voelde ze zich zeer klein, waardeloos en ellendig.
  4. maakt reeds gedane investeringen op IT-gebied niet waardeloos.
  5. Dit betekent dat de zekerheid juist in het scenario waarin deze nodig is waardeloos zou zijn.
  6. Duitsland voerde aan dat de kwijtschelding van schuldvorderingen door enkele openbare schuldeisers niet tot een verlies aan inkomsten voor de staat had geleid, omdat deze vorderingen waardeloos waren.
  7. Wat de kwijtschelding van vorderingen in het kader van de insolventieplannen betreft, voerde genoemde onderneming aan dat de openbare schuldeisers zich als particuliere schuldeisers hadden gedragen en dat de vorderingen waarvan was afgezien waardeloos waren.
  8. Desondanks zou volgens de opvatting van Íslenskt Sement ehf. de objectieve marktwaarde van het gebruiksrecht van deze eigendommen verwaarloosbaar zijn, „zo niet totaal waardeloos”, aangezien zij enkel door Sementsverksmiðjan hf., de enige cementproducent in IJsland, aangewend konden worden.
  9. Mocht bijvoorbeeld blijken dat in het geval van de liquidatie van een onderneming de verkoopwaarde van haar activa het slechts mogelijk maakt de hypothecaire en preferente schuldvorderingen terug te betalen, dan zouden de gewone vorderingen waardeloos zijn.
  10. Als compenserende maatregel voor mogelijke vervalsingen van de mededinging is deze verkoop bijgevolg niet alleen waardeloos, maar bovendien leidt hij tot een aanzienlijke verscherping van de vervalsing, aangezien MobilCom de opbrengsten uit de verkoop van het aandeel in Freenet nu rechtstreeks in de dienstverlening investeerde.
  11. Overeenkomstig punt 168 van het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen van 11 juli 2002 in zaak T-152/99 (HAMSA/Commissie) [17] doet een schuldeiser die afziet van de terugbetaling van een aanzienlijk deel van zijn gewone vorderingen die bij een liquidatie waardeloos zijn, niet echt een toegeving.
  12. De Commissie concludeert derhalve op basis van de waarde van de onderneming als zodanig en de waarde van de grond van KK dat de aandelen KK ten tijde van de eigendomsoverdracht waardeloos waren en dat de door de stad Karkkila voor de aandelen betaalde prijs (713092 euro) in zijn geheel steun aan Componenta vormt.
  13. De IJslandse autoriteiten gingen ervan uit dat de schatting van de activa in Reykjavik erg gunstig was voor de staat aangezien zij een strategische waarde hadden, gebaseerd op geplande toekomstige waarde, „aangezien er ten tijde van de verkoop plannen waren voor een groot bruggenproject dat de haven van het bedrijf in Saevarhöfdi in Reykjavik zou afsluiten en waardoor de infrastructuur dus waardeloos werd voor de verrichtingen van het bedrijf.
  14. Zaak T-152/99 Hamsa, punt 168: „Wanneer een onderneming waarvan de financiële situatie aanzienlijk is verslechterd, haar schuldeisers een akkoord of een reeks akkoorden voorstelt tot sanering van haar schulden, om haar situatie te verbeteren en haar faillissement te voorkomen, moet elke schuldeiser wel een keuze maken tussen het bedrag dat hem in het kader van het voorgestelde akkoord wordt geboden, en het bedrag dat hij na de eventuele liquidatie van de onderneming meent te kunnen verhalen. Zijn keuze wordt beïnvloed door een reeks van factoren, zoals de omstandigheid of hij een hypothecaire, preferente of gewone schuldeiser is, de aard en de omvang van zijn eventuele zekerheden, zijn beoordeling van de kansen op herstel van de onderneming, en de opbrengst die de liquidatie van de onderneming hem zou opleveren. Mocht bijvoorbeeld blijken, dat in het geval van de liquidatie van een onderneming de verkoopwaarde van haar activa het slechts mogelijk maakt de hypothecaire en preferente schuldvorderingen terug te betalen, dan zouden de gewone vorderingen waardeloos zijn. In een dergelijke situatie zou een gewone schuldeiser, die bereid is van de terugbetaling van een aanzienlijk deel van zijn vordering af te zien, niet echt een toegeving doen.”