Betekenis van:
wagon
wagon (de ~ | meervoud wagons)
Zelfstandig naamwoord
- treinrijtuig; treindeel zonder eigen motor; onderdeel v.e. trein
"een wagon loskoppelen/vastkoppelen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
wagon
Zelfstandig naamwoord
- een voertuig dat deel uitmaakt van een trein
"Deze trein bestaat uit zestien wagons."
Voorbeeldzinnen
- Kennisgeving van geleverde wagon.
- Wagon aangekomen op rangeerterrein.
- reçu overgedragen wagon,
- Bevestiging van geleverde wagon.
- Wagon vertrokken van rangeerterrein.
- levering overgedragen wagon,
- informatie over de wagon,
- Wagon op zeeschip
- Bericht „Wagon aangekomen”
- Kennisgeving van geleverde wagon
- Bericht wagon aangekomen.
- Bericht „Wagon van rangeerterrein vertrokken”
- De snelheid van de wagon,
- Status: Geladen wagon op weg
- Bericht „Wagon op rangeerterrein aangekomen”