Betekenis van:
wand
wand (de ~ | meervoud wanden)
Zelfstandig naamwoord
- omsluiting
"de wand van een ader/darm"
Hyperoniemen
wand (de ~ | meervoud wanden)
Zelfstandig naamwoord
- tussenschot in een schip
"de wanden van een schip"
Hyperoniemen
wand
Zelfstandig naamwoord
- een afscheiding tussen twee vertrekken in een gebouw
"Je kunt deze wand beter een lichtere kleur geven."
Voorbeeldzinnen
- op een wand:
- Uitrusting voor wand- en touwklimmen
- op een wand en de vloer:
- Nordöstliche Randalpen: Hohe Wand - Schneeberg - Rax
- bouwelementen, bijvoorbeeld vloer-, wand-, tussenschot-, plafond- of dakelementen;
- Zorg ervoor dat de wand niet oververhit raakt en dat er geen organische stof aan de wand gaat vastzitten.
- Er moet duidelijk worden aangegeven voor welk soort gebruik het product geschikt is: wand, vloer of wand/vloer als het geschikt is voor beide doeleinden.
- De gemonteerde voorziening wordt in de stofkamer geplaatst op minstens 150 mm van een wand.
- Hiervoor zijn geen wijzigingen in de wand van de brandstoftank nodig;
- Vloerbedekking en wand- en plafondbekleding, n.e.g., op rollen of in tegels
- Er is voldoende verhit wanneer het kokende zuur tegen de wand van de recipiënt condenseert.
- CPA 28.25.20: Ventilatoren, andere dan tafel-, vloer-, wand-, raam-, plafond- en dakventilatoren
- Draag er zorg voor dat de stof niet aan de wand gaat vastzitten.
- CPA 22.23.11: Vloerbedekking en wand- en plafondbekleding, van kunststof, op rollen of in tegels
- Vloerbedekking en wand- en plafondbekleding, n.e.g., op rollen of in tegels