Betekenis van:
wapperen

wapperen
Werkwoord
  • heen en weer waaien; snel heen en weer zwaaien
"in de wind wapperen"
"in/aan [de mast/torenspits] wapperen"

Synoniemen

Hyperoniemen

wapperen
Werkwoord
  • heen en weer waaien
"Haar haren wapperden in de wind toen de motorboot op snelheid kwam."

Voorbeeldzinnen

  1. De vlaggen van de wereld wapperen trots bij het hoofdkwartier van de Verenigde Naties.