Betekenis van:
war

war (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • kwast, knoest in hout
"hij/zij is in de war"
"in de war zitten"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord

war
een vervoeging van warren

Voorbeeldzinnen

  1. Nu ben ik in de war.
  2. Ik ben een beetje in de war.
  3. War (Wah) Company, geb. 19.6.1977 ppt nr. — CM102233
  4. Voormalig voorzitter National War Veterans Association, geboren 31.12.1970.
  5. Joint War Committee (JWC) & Joint Hull Committee (JHC)
  6. Zoon van gen. Thura Shwe Mann, Ayeya Shwe War Company, geb. 19.6.1977 ppt nr. — CM102233
  7. Vicevoorzitter van Zimbabwe National Liberation War Veterans Association, militieleider van ZANU-PF.
  8. Zoon van gen. Thura Shwe Mann, Ayeya Shwe War Company, geb. 19.6.1977 ppt nr. - CM102233
  9. Zoon van gen. Thura Shwe Mann, Ayeya Shwe War Company, geb. 19.6.1977 ppt nr. — CM102233
  10. Daardoor zou de logistieke keten aan de gateways in de war geraken.
  11. Voorts was de onderneming misschien in de war toen zij het over een controleverslag had.
  12. Zoon van gen. Thura Shwe Mann, Ayeya Shwe War Company, geb. 19.6.1977 ppt nr. — CM102233
  13. Zoon van Generaal Thura Shwe Mann, Ayeya Shwe War (Wah) Company, 5, Pyay Road, Hlaing Township, Yangon, en mede-eigenaar van RedLink Communications Co. Ltd, No.
  14. De helft van de staten die nog geen partij zijn bij het CWV zijn echter staten die getroffen zijn door mijnen en Explosive Remnants of War - ontplofbare oorlogsresten (ERW).
  15. voorschriften inzake de immuniteit van functies die verband houden met de directe controle van het voertuig of met de bescherming van de bestuurder, de passagiers en andere weggebruikers, voor uitgestraalde en geleide storingen en voor storingen die de bestuurder of andere weggebruikers in de war kunnen brengen;