Betekenis van:
warmte

warmte (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • het warm zijn
"warmte geven"
"de warmte van zijn woorden/gebaar"

Hyperoniemen

warmte
Zelfstandig naamwoord
  • de mate waarin het weer warm is
"De warmte was de laatste tijd moeilijk te verdragen."
warmte
Zelfstandig naamwoord
  • de hoeveelheid thermische energie
"Deze radiator geeft veel warmte af."
warmte
Zelfstandig naamwoord
  • genegenheid; positief gevoel voor iets of iemand; goede gezindheid

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. De warmte verandert water in stoom.
  2. Warmte is een vorm van energie.
  3. Bovendien wordt de warmte die van de motor naar het koelmiddel en van het koelmiddel naar de radiator gaat, verminderd.
  4. warmte
  5. Warmte
  6. Warmte: TJ
  7. Warmte-isolatiemateriaal
  8. Warmte-isolatiewerkzaamheden
  9. Warmte-krachtkoppeling
  10. warmte [5], energieflux
  11. 1 MJ afgeleide warmte
  12. ELEKTRICITEIT EN WARMTE
  13. Afgegeven warmte/opgenomen elektriciteit
  14. Productie van nucleaire warmte
  15. Nuttige warmte (WWKK)