Betekenis van:
wasgoed

wasgoed (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • was; te wassen goed
"gekleurd/wit wasgoed"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Die man heeft m'n wasgoed gestolen.
  2. Centrifuges voor wasgoed
  3. centrifuges voor wasgoed
  4. Centrifuges voor wasgoed
  5. Wasmachines voor wasgoed, capaciteit > 10 kg droog wasgoed
  6. CPA 28.94.23: Centrifuges voor wasgoed
  7. Diensten voor beheer van wasgoed
  8. Droogmachines, capaciteit ≤ 10 kg droog wasgoed
  9. Andere wasmachines, capaciteit ≤ 10 kg droog wasgoed
  10. Droogmachines, capaciteit > 10 kg droog wasgoed
  11. Volautomatische wasmachines, capaciteit ≤ 10 kg droog wasgoed
  12. Wasmachines voor wasgoed, ook indien met drooginrichting
  13. Volautomatische wasmachines, capaciteit ≤ 10 kg droog wasgoed
  14. CPA 27.51.13: Was- en droogmachines voor wasgoed, voor huishoudelijk gebruik
  15. Was- en droogmachines voor wasgoed, voor huishoudelijk gebruik